Net zoals “design” is de betekenis van “architecturale verlichting” in de loop der jaren zijn kracht en betekenis verloren omdat het begrip te pas en te onpas wordt gebruikt in elke vorm van verlichting in de architectuur.
Architecturale verlichting of architecturale verlichting?
Er wordt weleens gesproken over “architecturale verlichting” wanneer het gaat over het verlichten van bruggen, de buitenkant van gebouwen of andere structuren. Dan heeft men het eigenlijk puur over “het belichten van architectuur”, wat een te bekrompen definitie is voor wat “architecturale verlichting” inhoudt.
Kort omschreven kan “Architecturale verlichting” gezien worden als dat type verlichting dat vanuit en voor de architectuur ontstaat. In zekere zin staat architecturale verlichting recht tegenover decoratieve verlichting. Die tegenstrijdigheid kunnen we vooral afleiden uit de denkwijze die voorafgaat aan het opstellen van een lichtplan.
Het proces voor het opmaken van een architecturaal lichtplan houdt rekening met:
- De aard van de activiteiten waarvoor verlichting wordt voorzien
- De vereiste hoeveelheid licht
- De lichtkleur of -temperatuur, daar die effect kan hebben op de perceptie van specifieke objecten en de ruimte als geheel
- De distributie van het licht in de ruimte, zowel binnenshuis als buitenshuis
- Het effect van de verlichting op de gebruiker
De combinatie van architectuur en verlichting wordt ingezet om de beleving van een gebouw of ruimte te versterking. Verlichting heeft dus altijd, in meer of mindere mate ten dienste gestaan van architectuur. Maar om een juiste definitie van architecturale verlichting op te stellen en dit te toetsen aan de Kreon productfilosofie is het dan ook noodzakelijk de bouwstenen van de moderne verlichting te begrijpen.
Van “lichtplanning vanuit de ruimte”
naar “lichtplanning vanuit de grenzen van deze ruimte”
Deze conceptueel nieuwe manier van lichtplanning werd door Kreon in 1987 commercieel vermarkt in functie van de producten up-side-down.
Het evenwicht tussen natuurlijk en artificieel licht
In een sterk architecturaal lichtplan is daglicht nog steeds de belangrijkste lichtbron. De ruimte die we zien en gewaar worden is een direct gevolg van de illuminantie, van het natuurlijke licht dat de ruimte binnenstroomt. Artificieel licht kan ter aanvulling werken van natuurlijk licht of daglicht en kan gebruikt worden om subtiele accenten te leggen om specifieke objecten aandacht te schenken en zich te onderscheiden.
Elke dag wordt nacht. Wat betekent dat artificiële verlichting ook diep verweven moet worden met het architecturale ontwerpproces om de architectuur zowel kwalitatief als kwantitatief ten goede te komen. Zeker wanneer zonlicht, de belangrijkste natuurlijke lichtbron, wegvalt.
Lichtstudie
Met simulatiesoftware voor verlichting kan een verlichtingsplan opgemaakt worden voor een project, alvorens het wordt uitgevoerd. Dit stelt architecten en lighting designers in staat om te analyseren of de voorgestelde setup voor verlichting ook de gewenste illuminatie en effecten zal produceren. Het contrast tussen lichte en donkere zones wordt duidelijk in kaart gebracht alsook de kleurtemperatuur van het licht.
Op deze manier krijgen lichtkwaliteit en –kwantiteit een wetenschappelijke benadering om naadloos geïntegreerd te kunnen worden in uw architecturaal plan. Uw lichtplan krijgt een nieuwe dimensie en verlichting krijgt de aandacht die het verdient in het hele ontwerpproces.