Vandaag de dag gebruiken we verlichting niet alleen meer om het donker te verdrijven. Het design- en sfeeraspect wordt steeds belangrijker. Het lighting design moet dus niet alleen functioneel, maar ook functioneel mooi zijn. Een origineel design voor een lamp is indrukwekkend, maar het is niet alles. Licht, of eerder de kleurtemperatuur van licht, heeft een groot effect op uw interieur en de sfeer die in de kamer heerst. Het bepaalt niet alleen hoe een ruimte oogt, maar ook hoe mensen zich er voelen. Dit wordt bepaald door de plaatsing van warm of koud licht.
De kleurtemperatuur van licht
Licht wordt benoemd door twee items: de kleurtemperatuur en de kleurweergave. De kleurtemperatuur van licht (CCT – correlated color temperature) wordt weergegeven in graden Kelvin (K). De temperatuur van licht dat binnenshuis gebruikt wordt, kan verschillen van 2000K tot ongeveer 6500K. Hoe hoger de kleurtemperatuur, hoe kouder het licht.
Bij 1200K spreken we dus van warm licht, dit is de kleurtemperatuur van een kaars. Bij 5600K spreken we van koud licht. 5600K staat gelijk met daglicht. Warm licht heeft een rode tot gelige schijn, koud licht heeft een witte tot blauwige schijn.
Licht wordt ook bepaald door de kleurweergave. Dat houdt in hoe goed we kleuren kunnen waarnemen onder een bepaald soort licht. Hiervoor wordt een kleurweergave index (CRI-color rendering index) gebruikt. Dit is een schaal van 1 tot 100 Ra. 100 Ra staat voor perfect licht, in dit geval daglicht. 80 Ra is voor de meeste omgevingen dus de norm; in winkels waar kleuren zo goed mogelijk overeen moeten komen met daglicht zoals verf- of kledingwinkels, is de norm 90 Ra.
Warm licht of koud licht?
Is het nu beter om warm licht te gebruiken? Of gaat u toch beter voor koud licht? Dat hangt er vanaf waar u het voor nodig heeft. Warm wit licht rond de 2700K wordt meestal thuis geplaatst. Dit zijn meestal gloei-, halogeen- of spaarlampen. De gelige gloed creëert een warme, gezellige sfeer binnen. De kleur is rustgevend.
Niet ideaal als u productief moet zijn, zoals op het werk. Warm licht plaatsen op kantoor is gezellig, maar creëert te grote contrasten in de ruimte. Uw ogen moeten zich enorm inspannen om zich hieraan aan te passen, wat heel vermoeiend is. Daarom plaatst u in werkruimtes zoals een bureau, op kantoor of in de keuken beter verlichting met hogere kleurtemperaturen (3000 – 4000K) of koud wit licht (meer dan 5000K).
Wanneer u op zoek bent naar verlichting voor een kunstgalerij, opteert u best voor lampen met een kleurtemperatuur die aanleunt bij daglicht. De verlichting is functioneel en eenvoudig en creëert een sobere en open sfeer.
De effecten van licht.
Niet enkel de functie van de ruimte bepaalt de keuze tussen warm en koud licht , maar ook de emotie van de mensen. Zo creëert warm licht een romantische sfeer, omdat het aanleunt bij kaarslicht. Daglicht maakt mensen dan weer vrolijker en energieker. U kunt bijvoorbeeld dimlichten plaatsen. Zo kunt u de sfeer zelf bepalen door de lichten ’s avonds bijvoorbeeld gedimd te laten en ze overdag feller te zetten.
Het opstellen van een lichtplan hoort altijd te gebeuren in functie van de sfeer die u wenst te creëren in de ruimte. Welke elementen in de ruimte wenst u te accentueren en op welke manier? Er zijn dus tal van factoren die u in overweging neemt om te bepalen of u kiest voor warm licht of koud licht.